In augustus 2014 komt er een jongedame van 65 jaar in mijn praktijk met de reguliere diagnose Fibromyalgie. De arts heeft aangegeven dat haar reumafactor positief is en haar bloedbezinksel niet goed. Ze kan haar armen bijna niet meer optillen. Het optillen van de armen lukt tot net boven aan haar borst. Bij het omdraaien in bed moet zij haar armen ondersteunen. Bij het slapen gaan, kan zij de dekens niet meer zelf over haar heen leggen. Bewegingen met haar armen van links naar rechts gaan goed en zonder pijn. De diverse pijnplekken of triggerpoints waarvan er 11 pijnlijk mogen zijn voor de diagnose Fibromyalgie zijn bij aanraken behoorlijk pijnlijk. Uiteraard nemen we haar ziektegeschiedenis, klachtenpatroon, gezondheidswens, medicijngebruik en voedingsgewoonten door. Dit zijn in mijn praktijk de standaard stappen bij een nieuwe cliënt. Haar bloeddruk en cholesterolgehalte zijn gemeten bij de huisarts en zijn te hoog en het ijzergehalte is te laag. Ze heeft in de zomer regelmatig last van een koortslip en heeft hiervoor al verschillende middelen gebruikt, onder andere het product ‘L-lysine’; een orthomoleculair product werkzaam tegen het herpes simplex virus. Het is een zeer actieve dame die absoluut niet kan stil zitten en altijd bezig moet zijn. Dit geeft zij ook duidelijk aan. Vanaf het moment van opstaan tot aan het moment van slapen gaan is ze met van alles bezig. Als ze gaat zitten en niks doen wordt ze onrustig. Stijfheid na lang zitten en bij het opstaan zijn voor de cliënt de aanwijzing dat ze bezig moet blijven.
Over haar voedings was ze duidelijk: ik eet gezond! Na de eerste vitaliteitsscan zien we meteen enkele opvallende zaken die verband houden met haar huidige gezondheid en klachten. De uitslag die zichtbaar wordt, en die wij in vaktermen Energetische Driver 1 noemen, is een belangrijke katalysator voor alle energetische en chemische activiteiten in het menselijk energieveld. Peter Frase, de grondlegger van de vitaliteitsscan, zegt hierover: “Zonder een goede bronenergie gebeurt er niets”. Deze bronenergie, oftewel je basisenergie, raakt uitgeput door chronische ziekten, fysieke uitputting, spanning, stress en verkeerde voeding.
In het eerste consult gaan we dan ook altijd aan de slag met het versterken van de basisenergie. Je kunt dit vergelijken met een oplaadbare batterij of telefoon. Wanneer deze leeg is, gaat deze het stopcontact in om opgeladen te worden. Anders gezegd: we geven de telefoon nieuwe energie zodat we er daarna weer mee kunnen gaan bellen. Dit doen we ook met het lichaam. Als het lichaam geen basisenergie heeft dan heeft het ook geen energie voor het herstelproces. De lichamelijke uitputting en het vermogen van het lichaam zichzelf te ontgiften en te herstellen mag weer vanuit de bron hersteld worden. Hier is energie voor nodig. Het advies, wat voor haar best moeilijk is vanwege de pijn, is om meer naar buiten te gaan, lekker in het bos te wandelen en naar de zee te gaan. Ik besluit haar mede te ondersteunen met een voedingssupplement welke de pijn verzacht en helpt de basisenergie te verhogen.
Na een week belt de cliënt op dat ze zich grieperig en vermoeid voelt. We besluiten de dosering te halveren en ik geef de cliënt het advies mee lekker in bed te kruipen en het meegegeven middel even zijn werk te laten doen. Dit is een normale reactie van het lichaam welke bij het herstelproces hoort.
In het tweede consult geeft ze aan dat de grieperigheid drie dagen heeft geduurd en dat ze zich daarna veel beter voelde. Ze slaapt beter en heeft een beetje meer energie. Op dat moment geef ik aan dat we het behandeltraject ingezet hebben en dat ze positief reageert op het behandeladvies. Ze gaat akkoord met het voorgestelde behandelplan en met een therapietrouw van minimaal 6 maanden.
Haar eerste wens en doel is het beter kunnen opheffen van haar armen.
We maken opnieuw een vitaliteitsscan van haar en zien meteen dat de veranderingen ook in de scan zichtbaar worden. We kijken nu naar de meridianen die uit balans zijn en ik leg haar uit waar deze voor staan in relatie tot haar klachten en de verbondenheid met de spieren.
Alle meridianen hebben bij de embryonale ontwikkeling over de spieren heengelopen en zijn dus nauw verbonden met de desbetreffende spier en zijn functie. Naar mate het menselijke lichaam groeit en groter wordt, blijft de meridiaan met de desbetreffende spier verbonden, maar de meridiaan loopt niet meer zo nauwkeurig over de spier heen. Omdat zij haar armen niet omhoog kon tillen, ben ik gaan uitzoeken welke spier hiervoor verantwoordelijk is. De vitaliteitsscan laat zien dat er meerdere meridianen uit evenwicht zijn. We gaan dus op onderzoek uit naar welke meridiaan hier het best bij de klachten past.
Vanuit deze integrale kijk wordt het behandelplan verder aangevuld:
- Zoals hierboven beschreven maken we nog enkele kleine maar essentiële aanpassingen in de voeding.
- Geopatische belasting wordt eenvoudig besproken door het gebruik van de mobiele telefoon en de mobiele (DECT) huistelefoon aan de orde te stellen. De elektrische wekkerradio wordt vervangen door een mechanische wekker (de goedkoopste van de Hema). De mobiele telefoon gaat in de nacht helemaal uit.
- Emotionele balans vinden we voor haar als volgt: ze gaat 5 dingen opschrijven waar ze in het leven echt geen plezier aan beleeft en 5 dingen waar ze energie van krijgt en plezier aan beleeft. Indien ze dit na twee weken helder heeft, mag ze in de tweede week elke dag de dag verwelkomen en bedanken, en alleen die dingen doen waar ze plezier in heeft. Tijdens het gesprek komt naar boven dat ze tien jaar geleden in haar werk in een heel lastig parket terechtkwam. Ze heeft destijds meerdere malen geroepen dat ze wilde dat ze een ziekte zou krijgen waardoor ze niet meer hoefde te werken. Twee jaar later kwam de diagnose Fibromyalgie en kreeg ze steeds meer lichamelijke klachten. Mijn cliënt is helemaal niet overtuigd van de werking van de kracht van de intentie en ook gelooft ze niet dat de kracht van de gedachten ook andersom kan werken. Daarom beginnen we met enkele simpele bewustwordingsoefeningen. In dit deel vinden we ook het beïnvloeden van het immuunsysteem terug, wat verband houdt met de positieve reuma factor, de hoge bezinking en de positieve herpes uitslag in het bloedserum.
De volgende vitaliteitsscan laat duidelijk zien dat er geen disbalans meer is in de basisenergie van de cliënt. Dit betekent dat het lichaam openstaat voor verdere behandeling en goed reageert op de ingezette behandeling. De cliënt geeft aan beter te slapen, ’s nachts weer door te slapen en meer energie te hebben voor de dagelijkse dingen. De pijn in haar armen blijft.
Na zes behandelingen voelt mijn cliënt zich een stuk fitter, minder vermoeid, heeft ze veel emotionele aspecten los kunnen laten en is ze bewuster gaan leven. Ze heeft meer inzicht in welke emotionele processen haar denken en doen belemmerden en welke haar veel energie kosten. Een aantal voedingsmiddelen heeft zij vervangen of eet ze helemaal niet meer. Op veel punten hebben we winst behaalt. Echter de pijn in haar armen geeft zij het cijfer 5 (bij de start van de behandeling gaf zij deze een 9). Deze blijkt moeilijk te corrigeren. Op de vraag wat zij van haar gewicht vindt, antwoordt ze dat ze dit prima vindt en ze zichzelf helemaal niet dik vindt. Bij het uitrekenen van haar body mass index komen we uit op een BMI van 35.
Dat deze waarde voor zwaar overgewicht staat (obesitas) doet haar in eerste instantie niets. We komen we niet tot het punt om de voeding geheel aan te passen. Nog voor het volgende consult belt ze me op. Ze vertelt dat ze eigenlijk steeds dikker wordt en voegt eraan toe dat ze al een tijdje geleden had besloten dat ze maar eens minder moest gaan eten. Ik vraag haar de komende periode een voedingsdagboek bij te houden en bij de huisarts haar schildklierwaarde (TSH), haar bloedglucose (nuchter) te laten prikken en ter controle haar bloeddruk te laten opnemen, en tegelijkertijd ook de reumafactor en herpes indicatie opnieuw te laten bepalen.
| Bloeddruk 135-70 | is genormaliseerd |
| Reuma factor | is nu negatief |
| Herpes virus | is nog positief |
| Glucosenuchter | 5.0 |
| TSH | 10,9 |
| NES | EI 3 en EI 9 (dunne darm en schildklier) |
Uit haar voedingsdagboek blijkt dat ze erg weinig eet. Dit zorgt ervoor dat haar lichaam in de `spaarstand` gaat. Het lichaam gaat dan zeer zuinig om met de voeding die wordt aangeboden. Daarnaast bestaat haar voeding uit veel brood, pasta en kant-en-klaar maaltijden. Het lichaam ontvangt dus voornamelijk vulling en geen voeding. Dit uit zich in een gevoel van uitputting en stress en laat zich met name zien in de disfunctionerende schildklier. We hebben met het huidige behandeltraject veel bereikt, maar het kan niet zo zijn dat we de informatie in ons lichaam goed gaan aansturen en de voedingsinformatie over het hoofd zien. We hebben immers in de kwantumtheorie gezien dat we kunnen leven van ‘bron’-energie en energie uit ‘koolhydraten’. Fotonen uit gezonde voeding, die gevoed zijn met zonlicht en op een mineraalrijke bodem hebben gestaan, geven ons lichaam de juiste informatie om de biochemie van ons lichaam goed aan te sturen. Hiermee wordt ons spijsverteringsstelsel, ons hormoonstelsel, ons zenuwstelsel en ons bloed- en lymfestelsel van de juiste informatie voorzien.
Een ander aspect inzake het genezingsproces is hoe om te gaan met het feit dat een cliënt denkt dat ze gezond eet terwijl dit niet zo is. Belangrijk hierin is het bewustwordingsproces en te kunnen aantonen wat gezonde voeding inhoudt. Dan nog zijn wij afhankelijk van hoe de cliënt dit interpreteert en of ze mentaal in staat is om het voedingspatroon (drastisch) te veranderen. Ook spelen omgevingsfactoren zoals partner, vrienden en familie (begripvol of afwijzend) en financiële situatie een rol.
Nu de informatiestroom van het lichaam van deze cliënt geactiveerd is, is het lichaam in staat zich te ontdoen van gifstoffen en in staat om weer een bepaalde mate van gezond evenwicht te bereiken. Het zelfgenezend vermogen wordt weer in staat gesteld zichzelf aan te kunnen spreken.
Ga je kijken waarom het lichaam zo verkeerd is ingesteld, dan zie je dat in de loop van de levensjaren van deze cliënt het lichaam is gevoed met de omgevingfactoren, zoals emotionele factoren, milieuvervuiling en geopatische belasting (computer, mobiele telefoon), maar ook door een verkeerd voedingspatroon.
Natuurlijk bestaat er bijna niet een correcte maat van ‘zijn’, maar een optimale situatie heeft wel de voorkeur. Vandaar dat ik voor deze cliënt (en uiteindelijk voor al mijn cliënten) een individueel voedingsplan maak wat gebaseerd is op klinische bloedwaarde, ontlastingonderzoek, vitaliteitsscan, anamnese en ziektegeschiedenis. Een individueel voedingsplan heeft als voordeel dat het te allen tijde bijgesteld kan worden en dit is met name zo belangrijk omdat we in deze maatschappij te weinig als individu worden gezien.
